FEANWÂLDEN "'Ik ben zo bang dat ik vergeet te zeggen dat ik van je hou’, is wat mijn moeder vaak tegen me zegt”, vertelt Titus Vogt over zijn moeder Wil, die Alzheimer heeft. Tegelijk is Wil, net als veel moeders, vol lof over haar kinderen. De liefde spat er vanaf. Wil: “Mijn kinderen zijn werkelijk uniek.”
“Ik word nergens vrolijker van dan van mijn kinderen”, vertelt Wil. “Zij zijn de liefsten. Anne Claire is zo’n uniek mens. Ze is altijd beperkt geweest door haar handicap. Maar als ik dan vroeg ‘zullen we de stad in en wat leuks kopen’ dan zei ze ‘nee mama, ik heb alles al, en ik ben tevreden’. Titus doet alles voor me, niets is teveel voor hem. Ik vind het zo knap wat hij allemaal gedaan heeft. Andersom is dat net zo. Titus: “Mijn moeder is een moeder voor velen geweest. Ik weet niet beter of het huis van mijn ouders stond altijd open. Iedereen was welkom, we hadden altijd mensen over de vloer.” Het was in de tijd dat Titus senior en Wil de uitbaters van de Hema in Dokkum waren, het gezin woonde destijds boven de winkel.
Totdat Alzheimer kwam
“Ze hebben altijd samengewerkt, lief en leed gedeeld. Mijn ouders hadden nooit ruzie”, vervolgt Titus. “Tuurlijk, er was wel eens wat, maar nooit geen woorden. Totdat Alzheimer in hun leven kwam. Futiliteiten zorgden voor veel frustraties. De ruzies volgen zich steeds sneller op. Met pasen dit jaar, op goede vrijdag, werd ik gebeld. Het ging niet goed, de situatie tussen mijn ouders was helemaal geëscaleerd. Heel even leek het nog tot bedaren te komen, maar die zondag, eerste paasdag, konden we niet anders dan haar weg te brengen van huis.”
Een brief aan mama
Anne Claire schreef nadat Wil was opgenomen een brief aan haar moeder, met behulp van een maatschappelijk werkster. “Toen papa zei dat mama in het Talmahuis in Veenwouden woonde, schrok ik heel erg. Ik had het niet verwacht en had mama graag nog thuis willen zien, toen alles nog goed was met mama”, schrijft ze. “Gelukkig is mama nu op een plek waar ze goed voor mama zorgen. Mama, ik hou heel veel van mama. En dat zal ik altijd blijven doen. Ik ga goed op papa passen, lieve mama.” Moeder Wil heeft er een paar kopieën van, en draagt die brief zo altijd bij zich.
‘Ik ben zo bang dat ik vergeet te zeggen dat ik van je hou’
Bang om te vergeten
Anne Claire komt eens in de veertien dagen met haar vader op bezoek bij haar moeder. Titus belt iedere dag en gaat zo vaak hij kan. Titus: “Ik kan het vaak aan de stem al horen hoe het met haar is. Ze waant zich soms terug in de Hema, of in haar geboortestad Zeist. Soms heeft ze het over haar eigen ouders. Dat maakt haar verdrietig. Dan probeer ik het wat luchtig te houden, ‘kom op ma, eerst even zitten en praten’. Ze heeft nog niet een keer gezegd ‘ik wil naar huis’ en ze ziet ons graag komen. Dat stemt mij moedig. En mocht ze ooit vergeten te zeggen dat ze van ons houdt, dan zijn we in ieder geval niet vergeten dát ze van ons houdt. Ik weet, haar liefde voor mij en die voor mijn zusje, is onvoorwaardelijk. En andersom. Ondanks Alzheimer.”